De lichtsterkte van een lens is het laagste getal dat je als diafragmagetal in kunt stellen op je camera met die lens er op. Dit getal wordt weergegeven achter ‘f/’. Bij primelenzen, dus lenzen met een vaste brandpuntsafstand, staat hier één getal. Bijvoorbeeld ‘f/1.8’ betekent dat je op je camera een diafragma van 1.8 en hoger in kunt stellen. Bij een lens met f/5.6 kun je dan geen diafragmagetallen lager dan 5.6 instellen. Je zou dus kunnen zeggen dat een lens met f/1.8 beter om kan gaan met weinig licht, dan een lens met f/5.6.
Bij zoomlenzen wordt de lichtsterkte vaak aangegeven met een bereik tussen twee getallen. Bijvoorbeeld ‘18-55⁄3.5-5.6’. Hier gaat het om een 18-55mm zoomlens, met een lichtsterkte van 3.5 tot 5.6. Bij een brandpuntsafstand van 18mm is je lichtsterkte dan f/3.5, als je inzoomt tot 55mm dan wordt je lichtsterkte f/5.6.