Een onscherpe achtergrond in een foto noem je ook wel een beperkte scherptediepte. Hoe je zo'n mooie onscherpe achtergrond in je foto krijgt leer je in dit artikel.
Bepalend voor scherptediepte: het diafragmagetal
Het diafragma is een onderdeel van de lens van je camera. Het diafragma bestaat uit lamellen met in het midden een ‘gat’, dat door het bewegen van de lamellen groter of kleiner gemaakt kan worden. Een groter gat laat meer licht van buiten door de lens op de sensor in je camera vallen. Een kleiner gat laat minder licht door. Dit is vergelijkbaar met het pupil in een mensenoog; deze varieert in grootte afhankelijk van de hoeveelheid licht. Hoe groot het ‘gat’ in het diafragma is, oftewel hoeveel licht er doorgelaten wordt, wordt uitgedrukt in het diafragmagetal.
Het diafragmagetal wordt uitgedrukt in ‘f-stops’, zoals f/2.8 of f/16. Door aan het wieltje op je camera te draaien pas je het diafragmagetal en daarmee de instelling van de lamellen aan. Een groter diafragmagetal, bijvoorbeeld f/22, betekent een kleinere opening en dus minder licht op de sensor van je camera. Een kleiner diafragmagetal, zoals f/5.6, laat meer licht door de lens op de sensor vallen.
De opening van het diafragmagetal bepaalt dus hoeveel licht er jouw camera binnen komt. Het diafragma speelt samen met sluitertijd en ISO-waarde een rol bij de belichting van je foto, daarover kun je hier meer lezen. Daarnaast bepaalt de diafragma-opening hoeveel van je beeld scherp wordt, oftewel de scherptediepte van je foto.
Hoe maak je een foto met een onscherpe achtergrond?
De scherptediepte zegt dus iets over hoeveel in jouw beeld scherp op de foto staat. Een kleine scherptediepte betekent dat er weinig scherp is op je foto. Fotografeer je bijvoorbeeld een plantje voor een huis en je stelt scherp op de bloem bij f/2.8, dan is alleen de plant scherp en niet het huis. Fotografeer je dezelfde situatie bij f/22, dan is ook de rest van de tuin en het huis scherp in beeld.
Andere invloeden op een onscherpe achtergrond
De scherptediepte wordt niet alleen bepaald door het diafragma, maar ook door de grootte van je sensor (die verschilt tussen fullframe- en cropcamera’s). Ook is de scherptediepte afhankelijk van de brandpuntsafstand van je lens. Bij lenzen met langere brandpuntsafstand (lenzen waarmee je verre onderwerpen fotografeert) is de scherptediepte kleiner dan bij een groothoeklens bij hetzelfde diafragmagetal.
Ten slotte is het van belang hoe ver je van je onderwerp verwijderd bent met je camera. Zit je dichter op je onderwerp, dan wordt de achtergrond vanzelf al minder scherp dan wanneer je er ver vanaf staat. Fotografeer je een bloemetje van heel dichtbij, dan is de achtergrond minder scherp dan wanneer je met dezelfde instellingen een heel landschap fotografeert.
Oké, it’s your turn!
Maak een serie met minimaal vier verschillende diafragmagetallen.
Zet minstens vijf voorwerpen op een rijtje, fotografeer deze rij schuin van voren met een diafragma van f/2.8, f/5.6, f/8 en f/13. Zie je het verschil?
--> Wil je meer leren over de instellingen van je camera en hoe je die gebruikt om de mooiste foto's te maken? Meld je aan voor onze online cursus fotografie of onze offline fotografiecursus. Bekijk ook onze andere inspirerende workshops voor fotografen!