Belichtingscompensatie

Met belichtingscompensatie kun je de camera (in de prioriteitstanden) vertellen hoeveel lichter of donkerder de foto moet zijn dan de camera zelf berekend heeft via lichtmeting. Een belichtingscompensatie van +1 betekent bijvoorbeeld dat je de foto 1 stop lichter wilt hebben dan de camera zelf kiest.   Fotografeer je volledig handmatig, dan kun je alle drie de onderdelen van de belichtingsdriehoek zelf kiezen. Werk je liever in het sluitertijd- of diafragma-prioriteitstanden (zoals A(v), S/Tv of P), dan berekent de camera voor jou de belichting. Fotografeer je bijvoorbeeld in A(v), dan kies jij diafragma en ISO-waarde, waarna de camera de ‘juiste’ sluitertijd berekent. Hij kan het natuurlijk mis hebben! Gelukkig kun je daarvoor corrigeren met behulp van de belichtingscompensatie. Op je camera staat een knop met +/-. Druk die in en draai tegelijkertijd aan een wieltje om de streepjes onder de EV balk naar links (donkerdere foto) of naar rechts (lichtere foto) te verplaatsen. Kijk in de handleiding van je camera waar deze knoppen zich bevinden. Een belichtingscompensatie van +1 betekent dat je de foto 1 stop lichter wilt hebben dan de camera zelf kiest. Een belichtingscompensatie van -2 betekent bijvoorbeeld dat je de foto twee stops donkerder wilt hebben dan de camera meet. Je zult zien dat er stapjes tussen de hele stops zitten: +1/3, +2/3, etc. Dit zijn tussenstapjes van één derde stop. Fotografeer je op f/5.6 en ga je naar f/6.3, dan pas je de belichting aan met één derde stop.