Macrofotografie: zo maak je close-up foto’s 

Leg je dieren of bloemen van heel dichtbij vast, dan doe je aan macrofotografie.  Macrofotografie geeft je een kijkje in een nieuwe wereld: de wereld van de kleine details. We geven je in dit bericht tips voor het maken van mooie macrofoto’s.

Foto: Karin de Keijser

Wat heb je nodig voor macrofotografie?

Je hebt geen specifiek type camera nodig voor het maken van macrofoto’s. Wel kun je kiezen voor speciale macrolenzen, zoals een 105mm, waarmee je ook heel dicht op je onderwerp nog kunt scherpstellen. Deze lenzen hebben in hun naam het woord ‘macro’ staan. Je hoeft natuurlijk niet direct een speciale lens aan te schaffen als je wilt experimenteren met macrofotografie.
 Hoe dichtbij je wilt komen kan je bepalen met je brandpuntsafstand. Je hebt macro objectieven in de categorie kort (35-60mm), mid-range (90-105mm) en lang (150-200mm). Een korter macro objectief is lichter maar geeft minder onscherpte. Deze onscherpte wordt ook wel bokeh genoemd.  

Goedkope oplossing: tussenringen

Heb je geen macrolens, maar wil je toch graag met je (tele)lens dichtbij een onderwerp kunnen fotograferen, dan kun je een set tussenringen kopen. Deze zijn goedkoper dan macrolenzen en daardoor uitermate geschikt voor de beginnende (macro)fotograaf. Je kunt één of meer tussenringen tussen je lens en je camera-body plaatsen. De kwaliteit van je beeld blijft gelijk, omdat er geen glas in de tussenringen zit. Er zit lege ruimte tussen de lens en de spiegel van je camera. Je kunt ook nog steeds automatisch scherpstellen, maar het is aan te raden handmatig scherp te stellen omdat focussen bij macrofoto’s heel nauw komt. Een nadeel van tussenringen t.o.v. macrolenzen is dat je in de lege ruimte tussen de lens en de camera licht verliest. Hoe groter je de afstand tussen de lens en de camera maakt, hoe meer licht er verloren gaat en hoe meer licht er dus op je onderwerp moet vallen voor een goed belichte foto. Bij een niet bewegend onderwerp kun je het beste gebruik maken van een statief en zo je ISO-waarde laag houden.

Foto: Karin de Keijser

 

Kies een geschikt onderwerp voor je macrofoto’s

Vrijwel alles wat je in je tuin kunt vinden is geschikt voor macrofotografie. We zijn niet gewend beestjes en planten van heel close-up te bekijken, dus er wachten verrassingen op je. Fotografeer bijvoorbeeld een bloeiende plant of een nectar etend insect van heel dichtbij. Om te oefenen kun je een overleden insect zoeken, waarop je makkelijker oefent met scherpstellen dan op zijn nog levende soortgenoot. De meeste fotografen kiezen ervoor om scherp te stellen op de ogen van dieren, zo ook op die van insecten. 

 

Scherptediepte bij macrofotografie

Voor het maken van macrofoto’s bevind je je heel dicht op je onderwerp. Dat betekent dat je onderwerp heel dicht bij je lens zit en de achtergrond relatief ver weg is. Daardoor wordt de achtergrond automatisch onscherper dan de voorgrond en heb je dus een kleine scherptediepte.  Deze scherptediepte kan zelfs zo klein zijn dat je alleen de ogen van een insect scherp vastlegt, terwijl de rest van zijn lichaam vager weergegeven wordt. Je moet daardoor vaak werken met een diafragma van f/11 of hoger, om je hele onderwerp van zo dichtbij in focus te krijgen. 

Dat grote diafragmagetal geeft je direct een nieuwe uitdaging: je hebt veel licht nodig om een foto zonder bewegingsonscherpte te kunnen maken. Omdat je hand en je onderwerp bewegen, kun je niet met te lange sluitertijden fotograferen. Kies voor een sluitertijd van 1/500 seconde of sneller. 

Macrofotografie is door de snelle sluitertijd lastiger bij donker weer. Fotografeer terwijl de zon schijnt, gebruik een (externe) flitser of verhoog je ISO-waarde. Je kunt ook een reeks foto’s maken van hetzelfde onderwerp, waarbij je steeds op een ander deel van je onderwerp focust. In Photoshop kun je deze foto’s als lagen samenvoegen tot één beeld (dit heet  focus stacking ).

Foto: Karin de Keijser

 

Achtergrond en compositie van je macrofoto’s 

Houd tijdens het fotograferen de achtergrond van je onderwerp goed in de gaten. Een lichte vlek, veroorzaakt door een lichter gekleurde bloem bijvoorbeeld, kan de aandacht van de kijker afleiden. Draai voordat je je foto maakt daarom wat om je onderwerp heen om de mooiste achtergrond te vinden.

Vaak worden macrofoto’s op ooghoogte van het onderwerp gemaakt. Dat betekent dat je soms even door de knieën moet. Neem dus een vuilniszak mee om droog te kunnen zitten. Ga ook eens onder je onderwerp liggen of juist over je onderwerp heen gebogen staan.

 

Tip: sta vroeg op

Insecten zijn nog niet actief in de vroege ochtend. Waar wij onszelf met ons warmbloedige lichaam warm en actief kunnen houden, zijn insecten afhankelijk van de buitentemperatuur. In de vroege ochtend zijn insecten nog aan het opwarmen en vliegen ze nog niet weg. Ga dus voor zonsopkomst al op pad, waarbij je ook nog geniet van mooi licht. Kom niet té dichtbij om de dieren niet te verstoren.

Foto: Karin de Keijser

 

Deel jouw macrofoto’s met ons

Ga de komende dagen je tuin in of je balkon op of maak een wandelingetje door de buurt. Heb jij een mooie macrofoto gemaakt? Deel hem op Instagram of Facebook en tag @SunfieldAcademy in je foto zodat wij mee kunnen genieten. We zijn heel benieuwd!

Foto: Karin de Keijser

Tip: wil je meer leren over macrofotografie? Bestel onze online masterclass macrofotografie en begin direct! Misschien vind je onze andere fotografie masterclasses ook interessant.